Jeder ist hier Gewünscht…

Afgelopen vrijdagmiddag, strak blauwe lucht en graadje of 18 in de zon. Dé uitgelezen kans om m’n stalen ros uit de garage te trekken en voor het eerst dit jaar rond te daveren en wat benzinedamp vermengt met frisse lentelucht op te snuiven. Starten en lopen dat oude beestje. Beetje wind in de bandjes, litertje sprit in de tank. Gaan met die banaan…

Het eerste ritje gaat langs Haaksbergen en vervolgens kruip en sluip richting Rekken om uiteindelijk uit te komen net over de grens in de Pruus in de buurt van Zwilbroek. Verscholen in het landschap ligt daar een kroegje, annex herberg, annex boerderij, annex tijdmachine. Met een stap over de drempel waan je je 150 jaar terug in de tijd. Een grote vuurplaats midden in het café, wat eigenlijk ook de huiskamer is van de uitbater. Bij gebrek aan haardhout gaat er met hetzelfde gemak een oude barkruk op het vuur.

Aan het plafond hangen fietsen uit het jaar 1800 en aan de muren bladdert het oude gele behang met printje op de meeste plekken al behoorlijk af. Op de vloer liggen oude gebakken waaltjes en daarover heen strooit de eigenaar zo af en toe een schep gele zand om de boel een beetje schoon te houden. Bier kun je krijgen aan de eeuwenoude theke compleet met koperen pomp. Achter de bar staan de prijzen nog steeds aangegeven in Duitse Marken op een oud versleten schoolbord met sierlijke witte letters. Hoeveel je moet afrekenen ligt meestal aan hoe lang je geweest bent of je krijgt een “turfje” op je viltje.

Ieder jaar kom ik daar, bij mijn vriend in Zwillbrock. Als ik daar niet geweest ben, breek ik een traditie en is mijn motorseizoen niet echt begonnen.

“Moin, mein Freund, bist du wieder da? Mit schlechten Menschen geht es immer gut, is mijn antwoord”. Mijn vriend lacht en klopt de laatste restjes stro van zijn overal. Hij kwam regelrecht uit de stal. “Jeder ist hier Gewünscht. Ich urteile nur auf dein Verhalten du verrückter Holländer”. Hij schenkt een kopje koffie voor me in en bij de eerste slok proef ik direct de whisky die hij er stiekem bij in heeft gemikt. Ik laat niets merken en zeg dat de koffie hier ieder jaar slapper wordt. Z’n oogjes fonkelen van plezier.

Terug naar Goor via de kortste route. Bij Eibergen wordt mijn eerste rit, ook bijna traditiegetrouw, bruut verstoort door een ijverig surveillerende Hermandad die nu eenmaal erg bang schijnen te zijn voor grote boze motorrijders op choppers met een hoog stuur en een beetje meer lawaai dan gemiddeld. Na grondig door hun computertje te zijn gehaald kreeg ik mijn rijbewijs terug. De agente keek me aan en zei een beetje verbaast: “Ik zie dat u helemaal geen antecedenten heeft?” Ik vroeg of dat een vereiste was als je motor rijdt en een leren vestje draagt.

Hé gezellig. “Jeder ist hier Gewünscht. Ich urteile nur auf dein Verhalten“. Blijkbaar stopt dat benul bij de grens…

Namens Niels,

een fijne dag…