Een journalistieke bijter…

Afgelopen zaterdag was in Goor het afscheid van een Goors icoon. Een onderzoeksjournalist pur sang, een luis in de pels, een pain in the ass maar bovenal een persoon die niet los liet als hij rook dat er ergens een brandje in wording aan de gang was. De ontmaskering van dokter Jansen Steur, zijn onderzoek over de fabriek des doods Eternit én zijn laatste project over de vuurwerkramp in Enschede. Hij beet zich er in vast en liet niet meer los.

Een pitbull die niet alleen blafte, maar ook beet als hij de kans kreeg.
Een jaar of twee geleden ontmoette ik hem voor het eerst tijdens het borreluurtje. De voltallige redactie van deze site stond voor aan het schap tijdens het Feest der Feesten in de machtige tente. Paul gooide een paar penningen op het schap, “Aloh tap an, de keerls hebt dös”, om vervolgens het gesprek met mij voort te zetten. Tijmen was aan de praat met Joop en deelden Lief en Leed. De overige redactieleden keuvelden met bekende aanloop waar je niet aan ontkomt als je daar zo staat als ‘hét nieuws’ van Goor. Kortom, een gezellige drukte waar iedereen met iedereen druk aan de praat was. Zulke situaties waren hét moment voor Dhr. Vorkink om in te breken.

Als een geruisloze slang manoeuvreerde hij zich door het publiek om dichter bij ons in de buurt te komen om vervolgens als een olifant in een porseleinkast mij toe te schreeuwen: “Keerl, wat bun ie een apart’n!”. Ik kijk rustig om en zie daar een klein gedrongen mannetje staan, brilletje op, flapperende oortjes en wachtend op een reactie. “Ja, ie loopt oaver van schoonheid”, was mijn antwoord op zijn ietwat schreeuwerige opmerking. Rob nam direct de ruimte in en begon aan zijn kruisverhoor. “Ie könt neet helemoal lekker ween aj elke wekke zulke flauwekul kunt verzin’n”. Nou, daar had hij een punt.

Het ijs was gebroken en onder het genot van een paar gele rakkers werd de wereldpolitiek onder de loep genomen. Complottheorieën werden ter plekke bedacht en mijn God wat er allemaal wel niet deugde aan ons bekrompen en corrupte landje.


Een tijdje later ging hij werken bij Follow the Money, een online onderzoeks- platform. Hij moest altijd een beetje lachen om mijn, hoe hij het noemde ‘gefriemel in de marge-columns’. Ik kreeg een proef-abonnementje om een maand gratis alle artikelen te kunnen lezen. Ik heb genoten en vol bewondering zijn werk gevolgd over de misstanden die hij aanhaalde. Rob was niet onomstreden en ik stuurde hem een lachende smiley met tranende oogjes als hij weer eens iets had uitgehaald wat niet kon rekenen op veel bijval van het publiek. Een middelvingertje was dan steevast zijn respons. Dat was wat hij deed, lak aan alles wat een mooi, boeiend en diepgaand verhaal in de weg stond… wat de waarheid aan het licht bracht. Wat ga ik dat missen, wat gaat de onderzoeksjournalistiek dat missen…wat zullen wij hem missen…

Namens Niels,

een fijne dag…