De basisscholen waren vroeg uit. Dagen van te voren verheugden we ons al op deze ochtend. We kregen warme chocomel en kniepertjes met slagroom. We kochten stiekem kindervuurwerk. Van die balletjes die ontploffen als je ze op de grond gooit en knallende trektouwtjes. Het was gezellig slenteren door de Rozenstraat en Iependijk met vuurkorfjes, standjes met prullaria en overal mooi en goed uitziende edele viervoeters. Soms vroegen de eigenaren of we misschien even op de rug van het paard wilden zitten. Met een ferme zwaai zwiepten die grote handen ons bovenop het paard. Wat vond ik dat als kind prachtig.
Anno 2017 is het een hele andere ochtend geworden. Nog steeds zijn de basisscholen vroeg uit en trekken veel mensen naar de paardenmarkt. De markt wordt tegenwoordig gehouden op een groot kil en ongezellig plein. Ik voel nergens de gezelligheid van weleer. Ik moet goed zoeken naar blije handelaren die trots zijn op het product wat ze willen verkopen. Inderdaad “product”, want meer dan dat is het helaas niet. Op het eind van de markt gaat alles wat over is tegen slachtprijs van de hand. Een schattige Shetlander kan ik kopen voor de prijs waar ik ook een BigMac menu voor kan aanschaffen. M’n dochter vindt dat ik best wel zo’n lopende frikandel op benen kan kopen voor in de achtertuin. Voor de handelaren is het allemaal gerommel in de marge en nemen d’r nog maar één aan de bar van de Reggehof. Het is per slot van rekening ook al weer 09.00 uur.
Ik vind zo’n markt niet meer van deze tijd. Waar we het circus verbieden op te treden met sommige dieren en waar we ons druk maken om een Fairtrade-gemeente te worden. Waar we liever biologische verantwoorde uitloop-kippeneieren eten en waar we zeker willen weten dat de karbonade op ons bord een goed leven heeft gehad. En juist daar vinden we het schijnbaar geen probleem dat dieren kort aangelijnd, uren en uren moeten staan, in de kou, op een dun laagje stro. Dat ze van de hand gaan voor een appel en een ei en veel van die schattige Shitlanders een enkeltje gehaktmolen krijgen. Je mag er van vinden wat je wilt, ik vind het zielig.
We passen allerlei tradities aan, soms noodgedwongen. Op 5 december mag zwart geen zwart meer zijn. Het zelf vuurwerk afsteken zal het volgende slachtoffer wel gaan worden. Dat zal ook wel een gemeentelijke aangelegenheid gaan worden op hetzelfde grote en kille plein. In sommige openbare gebouwen zetten ze al geen Kerstboom meer op omdat het de religieuze identiteit van sommige mensen schaadt. Moreel voelen we ons goed als we weer ergens een zolderkamer ontruimen waar illegaal mensen wonen die niet voldoen aan wat voor een wetje dan ook.
Wat zijn we goed en verantwoord bezig… En ik zie nog net dat het laatste paardje ingeladen wordt in een grote vrachtwagen. Hij krijgt een harde klap op z’n achterwerk omdat het schijnbaar niet snel genoeg doorloopt….Bah !
Namens Niels,
een fijne dag…