Afgelopen week zat ik naar praatprogramma “Jinek” te kijken. Normaal zap ik snel verder, want ik vind de presentatie-capaciteiten van de mevrouw in kwestie ronduit dramatisch. In dit geval bleef ik toch kijken omdat ik geraakt en geboeid werd door het verhaal van een jonge basisschoolmeester. Hij deed zijn verhaal over de problemen in het basisonderwijs. Hoe moeilijk het is om personeel voor de klas te vinden en hoe slecht dat eigenlijk betaald wordt. Hij maakte zich ernstige zorgen over het komende lerarentekort en dat dat binnen jaren gaat oplopen naar minstens tienduizend.
Ik herkende zijn verhaal direct. Ik werk zelf ook in het onderwijs, in het voortgezet onderwijs weliswaar, maar tocht. Ik herkende de worsteling en de onmacht. Zijn verhaal werd kracht bijgezet door filmpjes van uitlatingen die de Staatssecretaris, Sander Dekker, gedaan heeft over leraren in het basisonderwijs. Hij zegt bijvoorbeeld dat het volstrekt normaal is dat leraren op middelbare scholen meer verdienen dan hun collega’s op basisscholen. Het werken met pubers zou toch veel moeilijker en zwaarder zijn? Het ongeloof was hoorbaar van de publieke tribune van de Tweede Kamer. Het gezicht en de intonatie van Dekker hoé hij zijn uitspraak uitspuwde, deed mij vermoeden dat de man echt gelooft wat hij daar staat uit te kramen. De oproep van Kamervoorzitter, mevrouw Arib, dat het niet “gebruikelijk” is om vanaf de tribune signalen van ongenoegen te uiten, riep bij mij een soort van woede op. Het is toch logisch dat mensen pislink worden als er zó neerbuigend gedaan wordt over iets wat heel hoog zit en waar hun ziel en zaligheid ligt?
Moet je je eens voorstellen dat jouw werkgever je niet serieus neemt als je zegt dat je bijna kopje onder gaat. Dat het ziekteverzuim mega is en steeds meer collega’s met burn-out verschijnselen thuis komen te zitten. Dat de aanmeldingen op de PABO met 77% zijn gedaald en dat jongeren er niet eens meer over nádenken om juf of meester te worden op een basisschool. Allemaal omdat het beeld van dat vak, dat mooie en dankbare vak, door en door verrot is.
De overheid heeft het onderwijs opgedragen om “alleskunner” te zijn. Speciaal onderwijs is compleet wegbezuinigd en daarvoor in de plaats hebben we het gedrocht “passend onderwijs” gekregen. Scholen moeten begeleiding kunnen geven aan zeer moeilijk lerende leerlingen maar ook aan leerlingen die een super hoog IQ hebben. Gedragsgestoorde kinderen, gehandicapte kinderen en kinderen die onder toezicht staan en moeilijk leerbaar zijn. Kinderen met allerlei aandoeningen zoals ADD, ADHD, ODD, Asperger, enz, enz. En laten we wel zijn, we willen dit allemaal heel erg graag. De juf of meester in de klas heeft iedereen even lief en maakt geen verschil. Maar kan die arme juf dat wel allemaal? Doen we deze kwetsbare kinderen op deze manier niet ernstig tekort? Is één leraar niet een beetje weinig in de klas als je weet dat sommige kinderen bijna één op één begeleiding nodig hebben? Is het geen belediging als je ziet wat deze mensen aan het einde van de maand op hun bankrekening bijgeschreven krijgen? Ik vind het om te schamen.
Maar weet u waar ik nog het allermeest mee te doen heb? Het meest heb ik te doen met dat onschuldige kind, wat is wat het is. Het kwetsbare mensje wat het kind van de rekening is geworden. Dat wij het gevoel hebben tekort te schieten in aandacht en zorg en dat we daar helemaal niets aan kunnen veranderen omdat we klem zitten en ons daar verschrikkelijk kloten door voelen.
Wat meneer Dekker doet is voor een dubbeltje plaats nemen op de eerste rang, terwijl de stoel een euro kost…en dan ook nog klagen dat die niet lekker zit. Schandalig!
Namens Niels uut Goor,
een fijne dag…