Het was weer een week met genoeg stof tot nadenken. Dagelijks struin ik langs plaatselijke nieuws-sites en regionale kranten. Ik ben echt een “koppenlezer”. De helft in de krant is pulp maar er zijn altijd wel een aantal artikeltjes die me ’triggeren’. Zo ook het bericht over de donatie van 25.000 euro van Het Oranje Fonds aan Wijkvoorziening ’t Doesgoor. Kijk, denk ik dan. Dat is nu eens een keer geld wat op een goede plek terecht komt. Persoonlijk kom ik regelmatig op ’t Doesgoor en zie dan met eigen ogen welke mooie doelen deze organisatie nastreeft. Sporten, kinderopvang, huisvesting voor ouderenverenigingen en de aangetrokken buurtsport-coach ter bevordering van beweging van onze ‘spelcomputer-jeugd’. Alles staat in het teken van verbinden, samenbrengen maar vooral het typische Twentse ‘Noaberschap’ voert de boventoon.
Dit is een prachtig voorbeeld van een project wat wél geslaagd is, als je het hebt over een participatie maatschappij. Waarom gaat dit nu juist wel goed? Simpel: Hier staan bevlogen en uiterst enthousiaste mensen aan het roer die denken vanuit de gedachte “Wat hebben mensen nodig” en niet vanuit de gedachte “Wat zullen we de mensen nu weer eens door de strot duwen”. Projecten kunnen dus wel degelijk slagen als de politiek doet wat ze moet doen, namelijk faciliteren en een zo vruchtbaar mogelijk klimaat creëren voor burgers. En verder niets…vooral verder niets.
Een ander bericht wat me erg aan het hartklep ging was de kop: “Goor Culinair ter ziele”. Het zal toch niet waar zijn! Voor tien euries de hele middag bunkeren naar de gallemiezen. Reden: De helft van “Goor Individueel” doet weer eens niet mee. Ze zitten op de bewuste zondag niet te wachten op een paar honderd man in het centrum. Stel je eens voor dat je per ongeluk iets zou verkopen zeg. Ik snap daar echt helemaal niets van en een aantal welwillende ondernemers met mij.
Nee, dan kun je je veel beter druk maken over wat het zou doen als de Lidl gaat verhuizen van het Weversplein naar een nieuw te bouwen winkel op de plek waar de Rabobank nu staat. Men is bang voor de detailhandel in het centrum. Laat me toch niet lachen. Uit alles blijkt toch dat veel detaillisten in het centrum er zelf geen ruk om geven of er nu wel of geen bezoekers komen in het stadshart. Anders zouden ze toch alles aangrijpen en meedoen aan alle pogingen om winkelend publiek aan te trekken?
De leegstand die geslagen wordt door het vrijkomen van het pand aan het Weversplein en het pand wat er aan vast zit aan centrum-zijde, wat overigens ook al weer tijden staat te verpauperen, is makkelijk op te lossen. We zijn in Goor toch zo goed met de sloophamer? Laat die dan nog één keer z’n werk doen en voilà, een echt stadsplein is geboren. Een fatsoenlijke en natuurlijke verbinding van het centrum met het Weversplein. Er ontstaat ruimte voor horeca en gezelligheid op de terrasjes in de zomer. De wekelijkse vrijdag-markt verplaatsen naar het centrum en weg van dat sfeerloze stenen plein. Allemaal winnaars krijgen we dan, of ‘Kans-pareltjes’ zoals mijn vriend in Markelo het noemt. Daar snappen ze het wel door die onooglijke kaasfabriek van de benen te gooien en een mooi plein te creëren. Maar waarschijnlijk zal er hier eerst wel weer een retail-deskundige aangenomen moeten worden om uiteindelijk dat te zeggen wat iedereen al wist.
Namens Niels,
een fijne dag…