40

welbeschouwd2

Dat zullen mijn ouders in 1970 niet voor ogen hebben gehad: dat hun pasgeboren zoon in 2010 zijn 40ste verjaardag zou vieren in een homobar in Keulen. Toch gebeurde het.  Precies op het moment dat de hele keet uit z´n dak ging omdat Duitsland het songfestival won. Want het songfestival, daar zijn ze gek op in de homoscene. Je kon het letterlijk in Keulen horen donderen.

Ik hoor U hardop denken: wat moet een eerzame (die is trouwens geheel voor mijn eigen rekening) vader in godsnaam in een homobar te Keulen? Daarmee suggereer ik weer dat eerzame mensen niet in homokroegen komen en dat is het laatste wat ik wil. Niets tegen homo’s en na dit weekeinde zeker niets tegen homobars. Afijn, hoe kwam ik daar terecht? De biljartvereniging bestaat 25 jaar en met algemene meerderheid van stemmen werd al vroegtijdig besloten dat er een reisje moest komen. En dus stapte de hele bubs afgelopen weekeind in de bus. Op naar Keulen. Op de strooptochten door het centrum rond de Dom stapten we een kroeg binnen, op het eerste gezicht nogal een trendy ding. Nu is het merendeel van de biljartvereniging, mezelf incluis, niet zo van de hippe tentjes. Wij zijn meer van de versleten barkruk aan een rokerige bar, dan een strakke drie-zits lounchebank onder een kroonluchter. Liever een grote slok koud bier dan een nipje van een paarsgekleurd cocktaildrankje. Kortom: boeren in de grote stad. Net op het moment dat we eigenlijk een deurtje verder wilden, kwam één van de jongens de trap op. “Volgens mij moeten we een etage lager zijn. Daar is wel het één en ander aan de hand”. Wij de trap af en voordat we er weer op waren, gaf de designklok op de begane grond de cijfercombinatie 04.30. En was ik ineens 40.
40 dus. Sommigen vinden het een verschrikkelijke leeftijd. Schijn je op de helft te zijn. Ga je aftellen. Ik heb dat niet zo. Ik ben ook niet zo’n type dat nog graag 20 zou willen zijn. Nou leef ik wel in de gelukkige omstandigheid dat echte tegenslag mij altijd bespaard is gebleven. En ik denk het besef te hebben dat morgen alles anders kan zijn. Maar dat weet je pas als het zover is. Jezus, wat ben ik aan het zemelen! Daar hadden ze in de bus die terugkeerde uit Keulen wel raad mee geweten. “Ie bint toch gin homo?”.

Bert Schabbink