En weer een ingezonden brief van raadsvolger Carel Groothengel. Het schaduw-fractielid van de PvdA en vaste brievenschrijver heeft het dit keer over de manier waarop het College en de Raad omgaat met een vraag over personeelskosten bij de gemeente in het kader van de te verwachten bezuinigingen volgend jaar. Lees zijn brief hieronder…
Er komen vanaf 2026 extreme bezuinigingen aan en dat gaan we ook als inwoners voelen. De PvdA wil voordat het zover is inzicht hebben in de bezuinigingsmogelijkheden. Dit om een kaalslag aan voorzieningen te voorkomen. Om die reden wil die partij nu al beginnen met het duidelijk maken van de investerings- en de personeelslasten. Bezuinigen op die onderdelen is ingewikkeld voor een gemeenteraad.
De PvdA vroeg om die reden inzicht in juist die kosten en wilde onder andere weten hoe die kosten voor personeel zich de afgelopen jaren hadden ontwikkeld. Het antwoord van de burgemeester was dat dat niet mogelijk was omdat het veel te veel tijd van de ambtenaren zou kosten. Zo’n uitspraak wordt door een groot deel van de Raad moeiteloos aanvaard. Zo niet door de fractie van de PvdA. Die vonden dat antwoord maar raar want zo ingewikkeld kan het toch niet zijn, dachten ze.
Navraag bij drie andere gemeenten leerde dat zij vonden dat dit makkelijk in een paar uur zou kunnen. “Wat u heeft gezegd is dus niet waar” sprak de PvdA richting de burgemeester. En toen waren de rapen gaar. Zoiets uitspreken in een Raad is taboe en dus ging men flink tekeer om deze misstand aan de kaak te stellen. Ook de burgemeester zelf sprak er schande van en ze citeerde uit de aantekeningen die ze had gemaakt en daar bleek volgens haar uit dat ze heel iets anders zou hebben gezegd.
Nou zijn er ook beelden van die vergadering en daar blijkt dan weer uit dat de aantekeningen van de burgemeester toch niet helemaal of helemaal niet overeenstemmen met wat op die beelden te horen is. Een van de fracties was ook verontwaardigd en vond dat de PvdA ook best zelf twee uurtjes achter de computer zou kunnen kruipen omdat de ambtenaren te zwaar belast zouden worden.
De PvdA-woordvoerder sprak zijn dank uit voor de steun van dit raadslid maar die boodschap ging aan haar voorbij. Een ander raadslid vond het verwijt ook niet terecht omdat de PvdA niet duidelijk had gemaakt wat ze precies wilde weten. Dat kon een klein beetje maar ook juist heel veel zijn vond hij. “Dat had de burgemeester dan gewoon even kunnen vragen voordat ze aangaf dat het een te zware belasting was” gaf de PvdA als weerwoord.
En zo wekt het college en een deel van de raad de indruk dat informatie over de personeelskosten voor raadsleden taboe zijn terwijl het toch de grootste uitgave-post voor de gemeente is. En wat de burgemeester betreft; die had gewoon ongelijk. En een raad die niet kan vertrouwen op wat er wordt gezegd kan niet goed functioneren. Het is goed dat raadsleden niet “mogen” zeggen dat er gelogen wordt of iets niet de waarheid is maar het is nog beter om ervoor te zorgen dat daar geen aanleiding voor is.
Carel Groothengel