Vroeger deden we de deftige kleren aan rond een uur of zes. Om zeven uur stond je voor de deur van ‘De Zon’ of de ‘E8’. Voor een gulden of twintig was je knuppeltje dikke en kon je mooi duizelig huiswaarts. Dat naar huis gaan was rond een uur of twaalf. Als het klaar was, was het klaar en dan ging je…
De man op leeftijd die mij dit vertelde ging nog even door. Geluidsoverlast was er misschien wel maar het is maar net waar je last van hebt of een probleem van maakt. Van BOA’s hadden we nog nooit gehoord en de politie kende je vader. Met weemoed denk ik terug aan die tijd. De tijd bij ‘Kobus’ en plaatjes halen bij ‘Disco Sanders’. Als je wil weten waar ik over praat moet je maar eens gaan kijken bij het Goors historisch museum; daar is nu een expositie ingericht over het roemruchte Goorse uitgaansleven in de jaren ’60.
Natuurlijk ken ik de verhalen van mijn ouders en hun leeftijdsgenoten over de tijd dat iedereen elkaar tegenkwam bij ‘De Zon’ en de sterkte verhalen over de ‘E8’. Het waren iconen in hun tijd waar nog vaak over nagepraat wordt. Wat is de tijd toch snel gegaan. We kunnen het ons nog herinneren alsof het gisteren was en zie ons hier nu eens zitten, de zeventig gepasseerd.
De volgende generatie uitgaanspubliek deed z’n eerste voorzichtige stapjes in het Goorse nachtleven. De jonge Niels, net zestien, mocht voor het eerst uit en dat was wat. Strakke zwarte spijkerbroek, legerkistjes van de dumpstore en T-shirt van Nirvana of Metallica. Portemonnee met Harley-Davidson logo achter in de kontzak met daaraan een opzichtige zilverkleurige ketting.
Ook ik heb die mooie discotheek aan de Wheeme nog van binnen mogen aanschouwen in mijn eerste paar jaar stappen. Eerst nog als het oude vertrouwde ‘De Zon’ en later als ‘Helios’. We waren in de luxe positie dat we konden kiezen waar we naar toe gingen. Wordt het vanavond ‘De Zon’, ‘Bill’s Bar’ of naar het altijd gezellige ‘Dieka’? Ook wij hadden ruimschoots voldoende aan vijfentwintig gulden om een rol munten te kunnen kopen. Ook kon er nog wel een patatje af in het houten keetje aan de overkant.
Geluidsoverlast? Nooit iets van gemerkt, deden we ook niet. Onbenullig veel bier drinken? Ja, dat deden we wel maar waren nooit lastig en lieten alles netjes heel en bleven van andermans spullen af. Ruzie maken? Soms werd er wel eens een klein corrigerend tikje uitgedeeld en dan was het ook klaar want je wou niet eindigen in de keuken bij de ‘uitsmijters’.
En ook nu staat er weer een nieuwe generatie te popelen. De ‘telefoongeneratie’ die helemaal niets mag. Niet roken, niet drinken, onder de achttien bijna nergens binnen komt en een rijbewijs moet hebben om op een snorfiets te rijden. Misschien moeten we ze gewoon weer eens een beetje laten leven en laten ontdekken… Wij zijn er uiteindelijk ook wel groot om geworden.
Namens Niels,
een fijne dag…