Wat wordt hier verzwegen? Het welbekende filmpje van een man die op de ruïnes staat van wat later de ‘pijn van Enschede’ is gaan heten. De man heeft zijn zelfbeheersing compleet verloren en rijdt later met zijn Opel Ascona door het hekwerk wat de mensen moet weren op de rampplek…
Smeulende hopen van wat eerst iemands huis was. Overal glas, viezigheid en gitzwart bluswater. Geraamten waarvan het ijzer zo ernstig verbogen was door de hitte dat je niet meer kon zien dat het ooit een auto was. Midden op straat een zwaar gehavende kinderwagen die waarschijnlijk door de kracht van de explosie naar buiten is geblazen. Op de overblijfselen van een schuurtje lag op z’n kant een verwrongen boodschappenkarretje van de C1000. Schoenen, kledingstukken, brillen en zelfs een kunstgebit lagen op straat als stille getuigen van de verschrikking die daar heeft plaatsgevonden.
De Enschedese vuurwerkramp. Zaterdag 13 mei 2000, een dag die in het geheugen staat gegrift van velen en ook in die van mij. Daags na de ramp werd ik, samen met tientallen collega’s, opgeroepen om de binnenste ring van het rampgebied te beveiligen. Verschrikkelijk om te weten, maar zelfs van het grootste leed in iemands leven weten anderen misbruik te maken door in te breken en het plunderen van verlaten huizen.
Ik kan me de geur die ik daar dagenlang rook nog heel goed voor de geest halen en moet daarbij oppassen niet m’n net gegeten broodje terug te geven aan moeder natuur. Wat ik me ook herinner was de intense klamme hitte. Na mijn eerste dag in de ring waren de zolen van mijn schoenen gesmolten en had ik brandgaten in m’n sokken. Mijn uniform heb ik na vele keren wassen geruild voor een nieuwe, de geur kwam er niet meer uit en overal kleine brandgaatjes. Wat ik daar heb gezien in de tien 12-uurs diensten die ik er rond heb gelopen, zal ik nooit meer vergeten. Uit pure zelfbescherming draaide ik m’n hoofd weg als de brandweer en een team van forensische opsporing een verkoolt en niet meer helemaal intact lichaam ergens onder de puinhopen vandaag trokken. Iedereen was stil, er heerste een angstaanjagende oorverdovende stilte. Hoe de hel er uit ziet? Ik heb na die 13e mei wel een idee. Nooit ben ik na deze periode terug geweest op deze plek.
Tot vorige week dinsdag toen ik voor een bijeenkomst in de wijk Roombeek moest zijn. Ik parkeerde m’n auto in de Tollenstraat. 23 Jaar later. Wat is het er ontzettend mooi geworden. Ik loop door het parkje naar het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Er ligt nog één symbolische betonplaat van de vroegere vuurwerkfabriek. Ik kijk om me heen en weet dat ik ergens hier heel vlak in de buurt toen gelopen moet hebben. Alles in onherkenbaar. Plots krijg ik die verschrikkelijke geur weer in m’n neus. Ik schrik een beetje van een spontane traan die langs m’n wang naar beneden kruipt. Wat een leed was hier…
Namens Niels,
een fijne dag…