In de laatste weken van het jaar slaan de lijstjes en totaalstanden je om de oren. Top 2000, eindnota’s, eindevaluatie van targets en tal van beroep gerelateerde recepties waar teruggeblikt wordt en de messen geslepen worden voor het volgende jaar. Het is net alsof er nooit een nieuw jaar komt, alsof alles nu af moet…
Het geeft een opgejaagd gevoel. Het gevoel dat er iemand achter je aan zit en je nóg iets harder moet rennen dan dat je het hele jaar al gedaan hebt. Op het moment wanneer ik dát gevoel krijg, is het voor mij het teken ‘rust bij de stukken’. Ik gebruik deze laatste weken liever voor bezinning, relativeren en lering op de dingen die mij aan het hart zijn gegaan. Ik ben mij bewust dat ik hiermee ook weer een lijstje aan het maken ben, maar het is wel míjn lijstje.
Bij bezinning komt soms boosheid, onmacht en verontwaardiging naar boven. Proberen om dan het positieve te blijven zien vind ik wel eens lastig.
Vorige week hebben we kunnen lezen dat Isra terug is gevonden in de hoofdstad van Libië. Na een achttien jaar durende zoektocht is haar verblijfplaats achterhaald. Isra’s moeder is om het leven gebracht door haar ex-man, Hasèn Aksema. Dit heerschap, overigens op een prominente plek op de nationale opsporingslijst, leeft zijn leven verder zonder zorgen. Hij heeft in Libië een reisbureautje, een nieuwe vrouw en zelfs nieuwe kinderen. Geen strobreed in de weg gelegd, hier ver vandaan.
Isra geeft aan geen contact te willen met haar familie in Nederland. Voor haar zijn het vreemden in een ver land. Die ‘vreemden’ zijn haar opa en oma, de ouders van de vermoorde moeder Marisse. Mijn boosheid? De Nederlandse overheid zet alles op alles IS-terroristen naar Nederland te halen om ze te kunnen berechten. Echter een stuk vreten die een jong meisje van haar moeder berooft veroordelen ze bij verstek tot levenslang en zetten ze op een lijstje.
Het positieve eraan? Eigenlijk niets, maar de reactie van opa en oma die zeggen dat hun deur altijd open blijft staan voor Isra doet mij wat. Wat een groot hart hebben deze mensen. Onvoorwaardelijke liefde voor hun kleindochter, hun vlees en bloed. Wat gun ik het deze mensen dat ze ooit hun kleindochter in hun armen kunnen sluiten.
Iets anders wat tot bezinning stemt is het overlijden van Hennie. Hennie heb ik mogen leren kennen als een fervent Schoolfeestganger en maker van de meest prachtige wagens bij bouwgroep ‘Krange’. Altijd behulpzaam, in voor een geintje en als de spanningen opliepen in aanloop naar de Allegorische optocht riep hij: ‘Jongens, neem d’r nog één, het is maar een spelletje. Boosheid? Waarom komen ze altijd eerst de goede mensen halen? De bezinning? Prachtige herinneringen aan een nog prachtiger kerel. De lering?
Misschien moeten we bij futiliteiten eens wat vaker zeggen: ‘Maak je niet druk, het is maar een spelletje’…en iets vaker opstaan tegen écht onrecht.
Namens Niels,
een fijne dag…