Men schijnt zich zorgen te maken over het ’teugelloos’ drankgebruik van de inwoners van onze Hof. Teugelloos; zonder teugels, onbesuisd, loszinnig en buitensporig, vertaalt de Dikke van Dale dit woord wat vast en zeker bedacht is door de zoveelste ‘deugflamoes’. Waarschijnlijk een ouwe geitenbreier die een mystery guest af stuurt op de plaatselijke horeca en hun QR-code op hun kop hebben getatoeëerd…
Ze slapen met een mondkapje voor en bestellen aan de bar een Spa Rood met een citroentje. Zeker weten dat deze persoon- of personen aandelen hebben in ‘Nederland rookvrij’ en als vrijetijdsbesteding beoefenen ze yoga. Ze zijn lid van het knipmutsen-verbond van huisvrouwen met ‘blik’n titt’n’ en hun kleding bestaat uit natuurlijk gefabriceerde vezels van hetzelfde plantje waar je ook pretsigaretten van kunt maken.
Dit soort types zijn niet het gemiddelde van alle Nederlanders maar telkens weer weten ze het voor elkaar te krijgen hun ridicule maatstaven als een soort gemiddelde te presenteren. Ze vinden dat er actie nodig is om ons allemaal aan de 0.0% te krijgen en daar gaan wij de komende drie jaren weer veel gemak van ondervinden. Inzetten op preventie en bewustwording is het motto. Dat is wat iedere gesjeesde bestuurder namelijk doet; eerst proberen op een vriendelijke en vrijwillige manier en daarna met de botte autoritaire bijl. Nog meer van hetzelfde, nog meer controle, nog meer dwang, boetes, bevelen en verboden.
Jaren geleden is de leeftijd om alcohol te mogen drinken van 16 naar 18 gegaan. Reclame maken voor zulke producten is grotendeels in de ban gedaan en supermarkten mogen niet meer stunten met een kratje pils voor een tientje. Je zou dan toch denken dat drankgebruik juist zou moeten gaan afnemen in plaats van de stijgende trend die ze u nu willen laten geloven. Compleet ongeloofwaardig en eredivisie paniekvoetbal.
Ik ben vroeger opgegroeid in de tijd dat er tijdens verjaardagen sigaretten op tafel stonden. Overal waar je keek stond een asbak en je zat bij ome Freek op schoot die in z’n ene hand een sigaar had en in z’n andere een halve liter. Op zestienjarige leeftijd hadden we iedere vrijdag ‘Boys Night’ bij een plaatselijke kroeg en kochten we een glas pils voor één gulden vijftig. De gokkast stond wild te knipperen op anderhalve meter afstand met ernaast een sigaretten- automaat. Vier gulden voor een pakje Marlboro. Met een paar consumpties teveel in je mik op de Tomos naar huis waar ze toen de tijd nog nooit gehoord hadden van een brommerrijbewijs. Een beetje slingerend kreeg je een stopteken van oom agent die al snel in de gaten had dat je niet meer geheel onbeschonken was. “Maak’n daj in thoes komt, de volgende keer zak oe va is bel’n ak oe wier met bier op betrappe op de brommer”…
Was het altijd allemaal goed vroeger? Nee, absoluut niet, maar wat hebben we een prachtige jeugd gehad waar veel kon. ‘What the fuck’ is er sinds die tijd aan de hand? Wat hebben we ons laten beteugelen…
Namens Niels,
een fijne dag…