Steeds vaker zijn er momenten dat ik niet te houden ben. Nu ruim een jaar lijkt de wereld stil te staan. In de ochtend wakker worden, naar je werk gaan, ’s avonds nog even zitten en weer naar bed. Hetzelfde riedeltje de volgende dag opnieuw. In het weekend valt het stukje ‘naar je werk gaan’ af, maar voor de rest zit er weinig ‘jus’ aan…
Je zou bijna zeggen dat die Niels maar een oninteressant leventje heeft. En dat voelt inderdaad soms ook wel eens zo, dus daar moest afgelopen weekend maar eens verandering in komen. Ik was goed gemutst omdat we een dikke groene duim op onze plastic container hadden gekregen, nadat iemand van Twente Milieu even met z’n dikke vingers door onze bak had zitten wroeten. Laten we eerlijk zijn, beter kon mijn weekend niet beginnen met zo’n opsteker van onze ‘Diftar-fetisjist’ uit Hengevelde.
Maar om even uit de ban te springen op zaterdagavond moet ik waarschijnlijk iets super-illegaals gaan doen. Ik besloot om bij iemand op bezoek te gaan om even bij te praten onder het genot van een hapje en drankje. Om niet helemaal de kat op het spek te binden ging ik alleen zodat de één-bezoekersregeling niet overtreden zou worden. Aangekomen op plaats delict ging de anderhalve meter-regel ook nog wel aardig. Netjes handen gewassen en óók na een paar groene knuppels zat ik nog steeds niet op schoot bij mijn gastheer en z’n vrouw. So far so good.
Bijna tien uur, als ik nu ga lopen ben ik op tijd thuis. Ik kan ook kiezen om tot half vijf te blijven zitten, maar of ik dán zonder kleerscheuren thuis kom is maar zeer de vraag. Ik ken mezelf een beetje om te weten dat ik daar een paar dagen last van ga hebben.
Het was tien uur, het werd elf, twaalf en uiteindelijk één uur. De kijkglazen mutje vol en half vijf was definitief geen optie meer. We rollen de paling op en noar huus. De voordeur open en daar, bam! Illegaal op straat na het ingaan van de sperrzeit. Eén van de weinige keren dat ik met opzet en heel bewust de wet aan m’n laars lapte. Met een ferme looppas snelde ik me door de straten van Goor huiswaarts. Het leek een beetje op vroeger tijdens een nachtelijke dropping. Het doel was om de grensbewakers te ontlopen. Of zoals eerder toen een zestienjarige Niels probeerde ongezien het huis binnen te glippen en in bed te komen zonder dat pa en ma iets in de gaten hadden. Onderweg kijk je steeds goed om je heen waar je snel weg kunt duiken als de afdeling ‘waakzaam en dienstbaar’ je in het vizier hebben.
Eindelijk thuis en binnen. Ik lig in bed en laat het weekend nog even aan me voorbij gaan. ‘Diftar-razzia’ in mijn afvalbak en als een soort ouwe smokkelaar in het holst van de nacht naar huis moeten komen. We zijn knettergek aan het worden met elkaar!
Namens Niels,
een fijne dag en tot 11 mei…