Glazen Huis Hof in Actie…

Hij had een korte vakantie aangekondigd maar zijn bezoekje aan het Glazen Huis in het Goorse stadshart, bracht hem tot weer tot een column die hij daar ook voor droeg. Een extra lange zelfs over het gebruik van woorden, het afgelopen jaar en het gemis aan, op het oog, basale dingen. Lees het hieronder en neem de tijd…

Woorden zijn om mee te spreken. Woorden zijn om te vertellen, om te ontroeren om te lachen om te huilen of om te choqueren. Ze zijn om iemand op weg te helpen, een hart onder de riem te steken. Ze zijn om iemand pijn te doen, te kleineren of misschien wel kwaad te maken.
Woorden zijn er ook om mee te kunsten. Degene die woorden opschrijft of uitspreekt is geliefd bij iedereen die het met de woorden eens is en wordt vergruist door mensen die andere woorden zouden gebruiken. Dat is het lot van een woordenkunstenaar, een schrijver, een cabaretier, een columnist.

Het gebruik van woorden is een delicate zaak. Het is een inkijk in de ziel. Zorgvuldig gekozen woorden tillen de sluier op van het onderbewustzijn van de gebruiker. Het zegt veel over de ware aard van een persoon. Heel veel woorden gebruiken maar eigenlijk niets zeggen is ook een kunst, een ware gave. Woorden zijn flexibel en veranderen continu aan de tijdsgeest. Wie gebruikt er nu nog woorden als sakkerloot, palaveren, jammermoedig of gamine?

De woorden van nu zijn actueel en laten zich omschrijven als Coronamoe, fabeltjesfuik, jojolockdown en anderhalvemetersamenleving. En laten we viruswappie, rasismeknieler, klimaatwanhoper en hoestschaamte niet vergeten.

Het was een jaar waar menigeen met afgrijzen op terug kijkt. Geen Goors feest der feesten, alsof je de slagroom mist op een lekker stuk appeltaart. Geen vakantie richting de Spaanse kust en mijn god wat heb ik die lekkere cervessa’s daar gemist. Geen uitje dit jaar naar favoriete festivals of feesten. Geen gezamenlijke Kerst dish met de hele familie, jeetje wat mis ik dat. Geen vuurwerk en provisorische biertentjes in de straat op 31 december. Niet even alle huizen langs voor een borrel en glasgeklink. Carbid-schieten in afgeslankte vorm waar eigenlijk geen ene klap aan is. Want laten we eerlijk zijn, daar hoort bier, glühwein, vette hap en een boel gezelligheid bij. Als aardappelen zonder dikke jus.

Woorden zijn om mee te goochelen, te verdraaien, je eigen interpretatie er aan te geven. Wat is nu precies te betekenis van het woord cruciaal? Is dat een Jumbo, Appie Hein of Lidl of valt misschien de Hema en Action ook onder die categorie? Zijn vette rookworsten en wegwerp-prottel cruciaal? Ik weet het niet, mevrouw Kremers thuis vindt van wel. Persoonlijk vind ik mijn stamkroegje hier op de hoek, waar de tap altijd rijkelijk vloeit óók van cruciaal belang in het miezerige leventje van meneer Kremers op dit moment. Mijn betere helft is mijn gedram en corona-nukken ook wel een keer zat.

Met wie moet ik nu praten over oude motoren, auto’s, dikke titten en lachen om de meest schuine grappen waarvan je thuis wel uitkijkt ze te vertellen. Waar moet ik nu bier drinken en kut roepen? Waar kan ik nu eigenlijk nog heel erg veel praten zonder echt iets te vertellen?

In welke kroeg maak je het nog mee als je wil afrekenen met de pin dat je als antwoord krijgt; wat denk ie dak een banke bun? Waar krijg je als klant het antwoord: “ie bunt toch geen Begonia” als er een spa’tje blauw besteld wordt. Of bij koffie: “het is hier geen koffiepompe, dat dooj mar in huus”. Of als er op een zonnige zondagmiddag een bus vol oude wijven voor komt rijden en vraagt of de uitbater ook koffie en gebak serveert? Jongs, gauw de gordien’n dichte en onder toafel kroep’n…dat gedonder kuj hier toch neet heb’n”. Of die keer dat er vreemde binnen stapte op zaterdagavond en vroeg of ie een versnapering konden bestellen. “Ik weet neet oj dat kunt, ie kunt het wa probeer’n”, antwoordde de kroegbaas.

Zulk soort dingen mis ik. Ik mis dat oprecht! Dat zijn de dingen waar je op maandag op je werk over praat, wat glans geeft aan je bestaan. Wat je op dinsdag nog steeds een glimlach op je gezicht tovert als je er aan terug denkt en waar je je de op donderdag op kunt verheugen omdat je morgenavond weer mag.

Ik mis mijn oude leven. Ik mis de ouderwetse manier van werken op mijn school met de soms iets minder makkelijke jeugd. Ook zij hebben het moeilijk. Zij missen soms die arm om hun heen als het even niet meer gaat. Ik mis het dat ik die arm even niet meer kan zijn. We doen ze te kort, tegen wil en dank. Ik mis mijn baantje als horeca portier bij de mooist disco van Twente en omstreken bij onze buren in Markelo. Ik mis dat al vanaf maart.

Geen blije gezichten meer aan de deur van opgeschoten jeugd die zich opmaken voor een avond uit hun pannetje gaan op de opzwepende muziek van onze fantastische huis DJ’s. Ik mis de barmeisjes en jongens die altijd goed gemutst en vrolijk de drankjes inschenken voor het dorstige publiek. Ik mis mijn collega’s die het werk meer laten lijken op een hobby op zaterdagavond. Ik mis dat alles oprecht.

Wat ik niet mis is de 24 uurs-economie, het haasten het drukke. Nergens tijd voor hebben en jezelf en je dierbaren soms letterlijk voorbij lopen. Dat heb ik in de afgelopen maanden terug gevonden. Tijd terug gevonden om meer om te kijken naar de mensen om je heen die het er het meest toe doen. Maar ook omkijken naar mensen die het verdienen om naar omgekeken te worden. Ouderen of mensen die zelf niet meer alles kunnen. Een helpende hand, een praatje, stukje voorlezen uit de krant of gewoon soms even een luisterend oor zijn voor iemand die maar weinig andere mensen spreekt.

We kunnen van alles verliezen. Of het nu 750 duizend euro is aan bitcoins om gemeentelijke data terug te krijgen of ze kunnen ons de Action afpakken, kroegen sluiten, het slot op de Primera gooien maar laten we in godsnaam nooit…nooit onze medemenselijkheid verliezen.

Dus mijn wens voor iedereen is naast het standaard “veel geluk in het nieuwe jaar” het volgende. Ik wens oprecht dat iedereen elkaar volgend jaar weer mag zien, ruiken, vasthouden, knuffelen, samenkomen, het leven samen leven, genieten, toosten, samenkomen, zonder mondkapje lekker in elkaars aura komen, het weer kunnen merken dat iemand met consumptie praat, je weer tegen iemand kunt zeggen: “morgen ff deo’tje op doen als ik jou was”. Weer die arm om iemands schouder kunnen zijn omdat ie dat gewoon even nodig heeft.

Laten we er voor waken dat jij en ik niet ook diegene worden die heel veel praten maar waar uiteindelijk de woorden geen betekenis hebben…daar hebben we er genoeg van…

Namens huize Kremers,

fijne dagen…