We kregen een indrukwekkende mail van Herman Klein Nagelvoort die nog vaak moet terugdenken aan de oorlogsjaren. De nu 87-jarige Gorenaar schreef één van zijn vele herinneringen op uit de periode dat de oorlog op het einde liep. De toen 11-jarige Klein Nagelvoort ging destijds vaak met vrienden naar De Meene en dat bleek niet altijd zonder gevaar in die tijd. Lees de memoires van een dag in september van 1944 hieronder…
Eind september 1944 waren wij op zoektocht naar wat we maar tegen kwamen. Ik was toen 11 jaar en één van de meest gewilde dingen was bijvoorbeeld Engels glas dat kon je vinden op een plek waar een bommenwerper was neergestort. Dit was een soort plastic glas
Van 7 millimeter dik waar je ringen of hangers van kon maken.
In die periode hadden wij eerst elke dag een halve dag school in een verfhok van verfhandel Eijkelkamp in de Grotestraat.
Rond twee uur liepen we dan bij de spoorweg-overgang in de Meene (nu de Meenweg). Over het spoor links woonde de familie Broeke, aan de rechterkant de familie Smit. Destijds nog aan een zandweg.
Op een bepaald moment kwam daar een trein aan, uit de richting van het toenmalige station Markelo die we zagen zo’n 200 meter voor de overgang.
Boven de trein vlogen vier ‘jagertjes’ eerst naast elkaar om vervolgens achter elkaar te gaan vliegen en dan wisten wij al wel wat er gebeuren ging.
Rennen dat je weg kwam !
Een van de jongens bleef staan en wees de machinist op het grote gevaar. De trein stopte. Wij waren inmiddels bij Smit aangekomen die een schuilplek onder een hooiberg had. Aan de ingang zat buurman Broeke die naar buiten kon kijken. De enige opmerking die ik nog weet van hem was deze: “Smit, je paard gaat over de omheining.” En dit dan in het plat Twents.
We hoorden de ‘jagertjes’ een duikvlucht maken maar er werd niet geschoten. Toen we uit de schuilplek kwamen naar de trein keken zagen we dat er uit elke coupé een witte handdoek hing. Daaruit bleek dat er krijgsgevangenen in zaten die zijn ‘buit gemaakt’ tijdens de beroemde luchtlanding Bij Arnhem…