En daar was het dan. Het uur U. 12.00 uur, maandag 1 juni, 2e Pinksterdag 2020. Na weken van geheelonthouding ging de horeca weer open. Het was alsof het aftellen was zoals bij Oud en Nieuw. Ruim opgezette terrassen, precies op anderhalve meter van elkaar, iedereen netjes aan een tafeltje. Pijlen op de grond geven aan hoe je moet lopen en waar je wel en niet mag komen. Zelfs een ‘WC-protocol’ heb ik voorbij zien komen. Ordnung muß sein!
Natuurlijk zijn de mensen blij met meer vrijheid en even weer lekker iets drinken op een terras of in het café. Of het allemaal net zo spontaan is als voorheen zet ik grote vraagtekens bij. En of de richtlijnen na vijf bier nog net zo Corona-proof zijn, betwijfel ik nog meer. Cafébezoek is voor het opdoen van sociale contacten en dom drammen aan het schap. Persoonlijk zal ik direct bekennen dat mij dat niet zo goed meer lukt, anderhalve meter afstand houden, na een paar goud-gele vrinden. Hoe dan ook, gemist hebben we het, maar wat hoop ik toch dat dit niet ‘normaal’ blijft.
Vanmorgen gingen de deuren van het voortgezet onderwijs ook weer open voor publiek. Minister van Onderwijs, van Engelshoven, zei zondag op televisie dat jongeren ontzetten zaten te trappelen om weer naar school te kunnen. Om eerlijk te zijn zag ik dat niet bij iedereen in de praktijk. Ook hier kun je zien dat iets wat niet normaal is erg moeilijk in te passen is in een nieuwe structuur en werkwijze.
Bij binnenkomst eerst handen ontsmetten bij een zuiltje midden in de gang waar je niet omheen kunt. De conciërge ziet erop toe dat niemand ontsnapt aan de ontsmettende alcohol, een ingrediënt wat normaliter streng verboden is binnen de muren van een school. Al snel was de hashtag #gratisboozbijdeingang en #happyhour@school trending onder de schooljeugd. Hoe moeilijk is het om pubers die elkaar weken en weken niet gezien hebben op afstand van elkaar te houden. Onbegonnen werk lijkt het wel.
Met sommige leerlingen heb je een bijzondere band. Jongens en meisjes die hun huis niet persé zien als de veilige haven wat het zou moeten zijn. School is dan voor hun juist de plek waar ze zich veilig voelen en waar professionele mensen zijn die hun verhalen aanhoren en het gevoel van geborgenheid geven. Een leerlinge komt binnen met tranen in haar ogen. “Meneer, ik wil u zó graag een knuffel geven en ik heb u zoveel te vertellen. Zullen we voor een halve minuut doen alsof het RIVM niet bestaat?”
Opeens realiseerde ik me weer wat voor een bijzonder beroep ik heb en ja…wat heb ik dat gemist.
Namens Niels,
een fijne dag…