Hij speelde een belangrijke rol in het grootste feest dat Goor ooit heeft gevierd. Wilde eigenlijk marconist (radiotelegrafist) worden op de grote vaart, maar zijn wereldreis stopte waar-ie begon: in het centrum van zijn geboortedorp. Schoolde zichzelf daarna noodgedwongen om tot lijstenmaker. Uitgerekend in het door hem zo geliefde Schoolfeestweekeinde geeft hij er de brui aan. Als de drankdampen zijn opgetrokken is de lijstenmakerij van Toon Eeftink verleden tijd.

Na meer dan 40 jaar verdwijnt er weer een typisch Goorse winkelier. Het is toch al een legendarisch stukje dorpsgezicht met slagerij Hillebrand en fietsenmaker Ten Duis en Escher. Zij zijn al eerder verdwenen, nu wordt dus ook Toon weggesneden uit het straatbeeld.
Hij neemt de zaak eind jaren ’60 over van zijn vader. Kunstnijverheid. Klinkt toch iets anders dan Blokker of Marskramer. Het is de tijd dat er in Goor nog door diverse bakkers brood wordt gebakken en slagers zelf vee aan het einde helpen.
De economische crisis in de jaren ’80 noopt hem tot inventiviteit. Zijn winkeltje in snuisterijen is geen vetpot. Op zolder timmert een oud-oom van Toon (Jan Vosgezang) lijstjes in elkaar. De rest is geschiedenis.
Inventiviteit. Sleutelwoord in het leven van Toon. En laten we zijn creatieve vrouw Gerry niet vergeten. Aan ideeën nooit gebrek. Zo staat hij aan de basis van het 100-jarig Schoolfeest. Het snorren- en strikkenbal. Een feest waar nu nog vaak in de overtreffende trap over wordt verhaald. In zijn zaak zijn de gekste Schoolfeest-hebbedingetjes te koop: schoffeltjes, schoolfeestgras of condooms met de tekst: doot t’er eene in.
Zijn morbide grappen en woordspelingen zijn geliefd en gevreesd. Je kunt er tegen of niet. Humor als natuurlijk schild omdat veel van zijn dierbare vrienden al overleden zijn. Niet alleen anderen krijgen een knauw, ook aan zelfspot doet hij graag. Dus Toon, neem afscheid in stijl en ontwikkel voor Schoolfeest een bidprentje zoals alleen jij en je vrouw dat kunnen.
Vanaf maandag heeft hij alle tijd om zijn ideeën de vrije loop te laten. Dan staat Goor wellicht nog iets moois te wachten. Of misschien sluimeren er nog oude dromen, ooit ontwikkeld op de zeevaartschool in Vlissingen. Duiken er over 10 jaar ineens mooie ingelijste pentekeningen op in een klein Italiaans dorpje.
Bert Schabbink
67